Papier als ondergrond.
Met papier kunt u het verschil maken in uw drukwerk. Papier is er in vele soorten, maten, gewichten, kleuren en afwerkingen. Juist die uitgebreide mogelijkheden maken het soms lastig de juiste papierkeuze te maken. Logisch dat we hier veel vragen over krijgen. Om ervoor te zorgen dat u voortaan het maximale uit uw drukwerk haalt, helpen we u graag op weg door de verschillende eigenschappen van papier hieronder toe te lichten.
Soorten papier.
De grootste onderverdeling in papier is te maken tussen coated (gestreken) en uncoated (ongestreken) papier. Bij de keuze tussen coated en uncoated papier, spelen kleurkracht en uitstraling een grote rol.
Coated papier voelt gladder aan, doordat tijdens de papierproductie een coating (strijklaag) wordt aangebracht op het papier. Hierdoor glanst het papier. De glans varieert van mat naar half mat, silk of hoogglanzend (ook wel gesatineerd genoemd). Het mat coated (Machine Coated/MC) papier glanst nauwelijks. Uncoated glanst niet en voelt wat ruwer aan. Op dit papier wordt geen coating aangebracht, waardoor het papier meer structuur heeft.
U kunt zich voorstellen dat inkt zich anders gedraagt op beide papiersoorten. Bij coated papier zorgt de coating ervoor dat de inkt veel minder door het papier wordt geabsorbeerd. Deze eigenschap geeft meer kleurkracht en een scherpere rasterpunt, waardoor beelden en foto’s met veel kleur schitterend overkomen. Tekst daarentegen is minder goed leesbaar vanwege de weerkaatsing. Overigens is dit bij de mat coated papiersoort weer geen probleem. De coated papiersoort wordt vaak gebruikt voor het bedrukken van magazines, brochures, folders en flyers.
Uncoated papier heeft een open structuur en neemt de inkt goed op, waardoor het drukwerk minder kleurkracht en minder scherpe rasterpunten heeft. Een tekst op dit papier leest erg prettig, afbeeldingen en foto’s zijn fletser van kleur en zien er minder sprankelend uit. Ongestreken papier is goed beschrijf- en bestempelbaar, omdat de inkt geabsorbeerd wordt. Uncoated papier wordt veel gebruikt voor briefpapier, with complimentscards en ander huisstijl drukwerk.
Een andere gestreken papiersoort is sulfaatkarton. Bij sulfaatkarton gaat het met name om de stevigheid van de papiersoort. Door de opbouw van vezels is dit papier erg stug. Sulfaatkarton is geen karton, maar wel zo stevig dat er geen scheuren of kreukels in komen. Dit papier wordt vaak gebruikt voor ansicht- of wenskaarten en boekomslagen.
De papiermonsters in onze monsterbox geven u een goed beeld van de mogelijkheden, vraag hem aan!
Gramsgewicht.
Naast de belangrijkste papiersoorten zijn er nog meer verschillen in papier. Denk bijvoorbeeld aan het gramsgewicht. Het gramsgewicht wil zeggen, ‘het gewicht van het papier per vierkante meter’. Wilt u een A4 laten drukken op 300 grams papier, dan wil dat zeggen dat het papier 300 gram weegt per m2 en hieruit een A4 is gesneden.
Het gewicht van het uiteindelijke vel papier rekent u als volgt uit:
Uiteindelijk gewicht = gramsgewicht per m2 x lengte eindformaat (in meters) x breedte eindformaat (in meters).
Het voorbeeld: Het gewicht van een A4 op 300 grams papier is dus: 300 x 0,21 x 0,297 = 18,7 gram
Let op! Verschillende papiersoorten met hetzelfde gramsgewicht kunnen heel anders van stevigheid zijn.
Breed- en langlopend.
Papier wordt op rollen geproduceerd en daarna in vellen gesneden. Als het papier wordt gesneden kan dit in de lengte- of breedterichting van de rol worden gedaan. De looprichting van papier is de richting waarmee de (hout)vezels in het papier liggen. De vezels in het papier lopen evenwijdig aan de lange zijde van het vel papier bij langlopend. Bij breedlopend lopen de vezels haaks aan de lange zijde. Komt de lengte uit de breedte van de papierbaan dan is het papier breedlopend (BL). Snijdt men dit in de lengte van de papierbaan dan is het langlopend papier (LL). A4 papier is altijd langlopend en A3 papier vaak breedlopend. Je kunt heel eenvoudig bepalen of het om breed- of langlopend papier gaat. Hieronder drie manieren:
1. Scheuren van het papier
Scheur het papier aan beide zijden, waardoor twee soorten scheuren ontstaan: één die recht loopt en één die krom loopt. Bij de scheur in de lengte is de scheurlijn een brokkelige lijn. De scheurlijn bij langlopend papier is redelijk recht te noemen. Daar waar het papier recht scheurt is de looprichting van het papier.
2. Buigen van het papier
Door het buigen van het papier voelt u weerstand. Daar waar de weerstand het minste is, is de looprichting van het papier.
3. Vochtig maken van het papier
Door aan beide zijden het papier vochtig te maken. De looprichting is daar waar de as is van het opgerolde papier.
De vezelrichting van het papier heeft grote invloed op het afgewerkte product. Met name voor magazines en boeken is de looprichting van het papier erg belangrijk. Het binnenwerk van een boek dient altijd evenwijdig aan de rug van het boek te lopen, waardoor het boek beter open blijft liggen.
Wenst u meer informatie over de verschillende papiersoorten? We helpen u graag om de juiste papierkeuze te maken voor uw offset drukwerk. Indien u vragen heeft, neem contact op of bel naar 0183 - 58 33 33.